1925 is aan de beurt. Alleen dit jaar scheidt me, en ons, nog van 1926, gedurende welk jaar een omvangrijke watersnood Dreumel en wijde omstreken heftig en langdurig treft. Ik weet niet hoeveel 1925-akten me nog scheiden van dat jaar, maar daar kijk ik wel naar uit. Uit pure nieuwsgierigheid en anticipatie op de berichten die gedurende dat jaar mogelijk allemaal extra te melden zouden kunnen zijn in mijn verhaal over dat jaar. In vergelijking althans met de vele afgelopen jaren, die wel enige spanning met zich mee brachten en ook enige verrassingen, maar … wat strooit 1926 allemaal voor ellende over Dreumel en wijde omstreken heen. Maar eerst …
Ik ben even de klus compleet kwijt. Waarom schrijft de krant hier direct boven –OP 11 JANUARI 1925- dat er een watersnood is ontstaan. Iemand, niet ik, heeft er ook –terecht- een vraagteken bij gezet, want die ramp voltrok zich niet aan het begin van 1925, maar aan het uiterste eind ervan, op oudejaarsmorgen 1925 … Ik ben bang dat het om een zetfout gaat en dat deze krant daarom bijna een jaar te vroeg werd geïndexed op Delpher.nl en dus een jaar later pas tevoorschijn had moeten komen ► Januari 1926.
Ik lees op https://mijngelderlandmedia.azureedge.net/files/Specials/200_jaar_Gelderland/De_Maasdijk_breekt._Gelderland_1900-2000.pdf het volgende:
“OVERASSELT 1925. Op oudejaarsmorgen (dat is de ochtend van 31 december) van 1925 breekt in het Rijk van Nijmegen geheel onverwacht de Maasdijk door, tussen Overasselt en Nederasselt. Het weer is al dagenlang slecht met veel wind en regen en de Maas staat hoog aan de dijk, maar niemand lijkt zich zorgen te maken. Veel inwoners van Overasselt gaan die morgen zoals gewoonlijk naar de vroegmis van zeven uur. Midden onder het evangelie bereikt het nieuws van de dijkbreuk de kerkgangers. De kerk stroomt leeg. De pastoor kijkt in opperste verbazing toe en weet niet hoe hij het heeft, totdat een van de mensen hem toeroept “Den diek is deurgebroken”. Iedereen haast zich naar huis, bezorgd om de eigen veiligheid en spullen. Het bericht van de dijkdoorbraak verbreidt zich snel. Om tien uur bereikt het nieuws Dreumel, via een van de vijf telefoons die er in dit dorp zijn. Dreumel ligt binnen dezelfde dijkring dertig kilometer westwaarts in het diepste deel, de zogeheten ‘zak’ van Maas en Waal. Vurig hoopt men daar dat het loos alarm is, maar om twaalf uur wordt het slechte nieuws bevestigd. De kerkklok wordt geluid en de bevolking verzamelt zich bij het gemeentehuis, voorbereid op het ergste. Ook elders in het Land van Maas en Waal gaat men wakend en sjouwend het nieuwe jaar in. Pers, fotografen en hulptroepen haasten zich naar het gebied. Duidelijk is voor iedereen dat zich hier op dat moment een ramp voltrekt, waarvan de gevolgen nog niet zijn te overzien.”
Terug naar het onderwerp waar dit verhaal, en deze verhalen, over gaan. En het jaar begint slecht. Niet alleen met weer zo’n zielige zelf gemaakte aankondiging dat dit het begin is van het 1925 dodenregister, maar de eerste akte is nog veel zieliger:
Vader Jan Kuijpers vervoegt zich op 3 januari 1925 al op het Dreumelse gemeentehuis, om daar het levenloos geboren zijn van zijn, en van Theodora Maria van der Bosch, kind aan te geven. Op 6 mei 1918 was hij al eerder op het gemeentehuis geweest voor een zelfde aangifte. En vervolgens nog een keer op 3 november 1921, om het overlijden aan te geven van zoon Johannes Leonardus Kuijpers, die toen 2 jaar jong was. Het echtpaar blijft vooralsnog geheel kinderloos.
Jee, wat een trieste bladzijde in het sowieso altijd al trieste dodenregister (van 1925). Op twee bladzijden, van de 4 akten van overlijden, maar liefst drie levenloos geboren kinderen.
Akte 12: van Francis Lambertus van Echteld & Hendrika Johanna van den Bosch.
Akte 13: van Leonardus van den Boom & Maria Anna van Kruijsbergen.
Akte 14: van Wilhelmus Johannes Wegman & Wilhelmina Kooijmans.
| Er was eens … een dag in 1833, te weten de 29e juni. De dag waarop Geertruida den Boer werd geboren, voort gekomen uit het echtpaar Johannes den Boer en Aaltje van Oijen. En … 91 jaar later, een dag in 1925, te weten de 12e mei, overlijdt Geertruida den Boer, in Dreumel. Zij trouwt met Piet Smulders op 6 november 1862, maar Piet overlijdt al op 7 januari 1878. 16 jaar getrouwd geweest, 4 kinderen gebaard en uiteindelijk 47 jaar weduwe geweest. Oneerlijke verhoudingen. |
Aloijsius Adrianus Josephus van Erp heeft al ontelbare akten ondertekend, omdat de burgemeester andere bezigheden binnen- en/of buitenshuis had. Maar nu ineens twee akten waarop niet van Erp ondertekent, maar iemand anders. Het is niet de handtekening van de nieuwe burgemeester van Jutphaas, J.M.M. Hamers, want die herken ik wel. Maar van wie zijn deze ondertekeningen (Rechts-onder op beide akten) dan?
Van Erp is/wordt de opvolger van Hamers en ik zal eens zien of de kranten al melding maken van zijn promotie van secretaris naar burgemeester van Dreumel. Hij, van Erp, moet dan uiteraard wel opgevolgd worden door een nieuwe secretaris en wellicht is die al met die activiteiten begonnen per deze twee akten?
Ondertussen werd Hamers op 20 mei 1925 geïnstalleerd als nieuwe burgemeester van Jutphaas, maar nog steeds geen bericht in de kranten dat van Erp als nieuwe burgemeester van Dreumel benoemd wordt of zelfs is. Eerst dan maar weer aandacht voor de akten, tenslotte en immers toch altijd de rode draad van al deze verhalen.
Zou de afstand Dreumel-Tiel honderd(en) kilometer(s) bedragen hebben, dan zou ik me nog een heel klein beetje voor kunnen stellen dat het ambtelijke bericht (uittreksel van het Tielse dodenregister) van het overlijden in Tiel van Jacobus Cornelis Hendrikus Schreeven, op 3 oktober 1925, er lang over gedaan zou kunnen hebben om Dreumel te bereiken. Maar met de huidige veerbootverbinding doe je er drie/vier, hooguit vijf minuten over om van de Dreumelse kant van de Waal naar de Tielse overkant te geraken. En vice versa nauwelijks anders.
Dus waarom er pas op 2 november –een maand later- melding wordt gemaakt van zijn overlijden in het Dreumelse dodenregister, weet ik niet. Vader Ruthgerus Schreeven was overigens op 5 oktober 1925 wel present in het Tielse gemeentehuis om de akte van overlijden van zijn zoon mede te kunnen ondertekenen. Moeder Wilhelmina Elisabeth Verdijk was in Dreumel achter gebleven. Vrouwen deden niet en nooit (zéér zelden) actief mee gedurende deze activiteiten.
Niet zo heel ver eerder in dit verhaal vroeg ik me af waarom secretaris van Erp plotseling was gestopt met het ondertekenen van akten en vroeg ik me tegelijkertijd af wie dat ondertekenen dan van hem had over genomen.
Gaandeweg vanaf die niet meer door van Erp ondertekende akten, merkte ik ook op dat Johannes Theodorus van Rossum al enige tijd niet meer de tweede, of zelfs eerste, getuige was op de en alle daaropvolgende akten.
Toen toch maar eens gekeken hoe de handtekening van van Rossum eruit zag en … ja, hoor. Van Rossum heeft dus de ondertekenende taak van van Erp direct over genomen sinds van Erp, leren de krantenberichten ons, per ongeveer 1 juli 1925 de burgemeesterlijke scepter van J.M.M. Hamers had mogen overnemen.
▲Ik bericht u hier zo uitgebreid mogelijk over in het volgende verhaal over 1926. Dat in essentie uiteraard gaat over de Dreumelse akten van overlijden gedurende het jaar 1926. Maar dat is onherroepelijk gekoppeld aan het drama dat zich over grote delen van Nederland voltrekt, Dreumel zeker niet in het minst. Eerder het tegenovergestelde.
Dit verhaal sluit ik af met de zelf samengestelde alfabetische tafel van alle overledenen in Dreumel, gedurende het jaar 1925:
01-10-2017: Nee, ik ben nog geen stap verder gekomen met het zoeken naar, en vooral kunnen vinden van, een passende template waarop ik vervolgens mijn –nu op het schap liggende- verhalen weer zou kunnen publiceren. Het is een gezoek naar naalden in hooibergen, en –althans voor mij- uiterst moeilijk om aan de hand van op internet niet volledig uitgewerkte voorbeeld templates, vast te kunnen stellen of er eentje geschikt is, of niet. Ik blijf verhalen produceren en op de schappen leggen en ... naar templates zoeken!
En 1926 is aan de beurt. Wat zal dat jaar brengen, of juist afnemen ?!